Inloggen
Via jouw schoolaccount
Doe jij een MBO opleiding? Dan is de kans groot dat jij een school account gekregen hebt. Hiermee kan jij makkelijk en snel op meerdere educatie platformen inloggen.
Inloggen via Entree Of login met je bestaande account
5.4 Grond-, hulpstoffen en voorraad
Voorraad zijn goederen die een onderneming heeft om te verkopen (handelsondernemingen) of om er producten mee te produceren (productieonderneming) en ze dan te verkopen. Voorraad brengt kosten met zich mee.
Want voorraad moet je opslaan, kan bederven/uit de mode raken, en omdat voorraad een geldswaarde vertegenwoordigd, kost het je rente.
Voorkennis
Om deze les goed te kunnen volgen
→ Beheers je de elementaire rekenregels
→ Kan je eenvoudige (kostprijs)berekeningen maken
→ Kan je een gemiddelde berekenen
→ Kan je eenvoudige renteberekeningen maken.
Begrippen
Drie soorten voorraad
Voorraad behoort tot de vlottende activa. Er zijn verschillende soorten voorraad:
| Type | Omschrijving | Voorbeeld |
|---|---|---|
| Grondstoffen | Dit is de voorraad die nodig is om producten te produceren en zitten verwerkt in het eindproduct | Melk, groente, staal |
| Hulpstoffen | Dit is de voorraad die nodig is om een bepaald product te produceren, maar zit niet in het eind product. | Smeerolie, elektriciteit, koelwater |
| Eindproducten | Dit zijn de producten die verkocht worden | Brood, een laptop of smartphone |
De 3 R’s
Een handelsonderneming zal meestal alleen te maken krijgen met eindproducten. Een productiebedrijf krijgt vaak met alle drie de soorten voorraden te maken.
Voor het berekenen van de kosten maakt het niet uit welk type voorraad je hebt. Voorraad kent drie verschillende soorten kosten.
De zogeheten Drie R’s:
- Ruimtekosten (de voorraad moet bewaard worden en dus opgeslagen)
- Rentekosten (als je voorraad koopt doe je dat met geleend geld of met je eigen geld. Hierover betaal je rentekosten)
- Risico (goederen kunnen incourant worden, beschadigen, gestolen worden of over datum raken)
Let op: De aankoop van voorraad, is wel een investering, maar zijn geen kosten.
Voorbeeld
Een ondernemer produceert onder andere wegwerpbekertjes. Voor dit product is onder andere polystyreen (kunststof) nodig. De grondstof wordt opgeslagen in een magazijn. De magazijnkosten bedragen volgens de boekhouder € 50.000 per jaar. 20% van het magazijn is bedoeld voor de opslag van de polystyreen.
De beginvoorraad van deze grondstof was € 20.000 en de eindvoorraad bedraagt € 10.000. Er wordt gerekend met een rentepercentage van 4% over de gemiddelde voorraad.
Volgens de administratie moet de voorraad 5.000 kg zijn, maar in werkelijkheid is de voorraad 4.900 kg. Een kg. polystyreen heeft een inkoopprijs van € 0,25.
Gevraagd
a). Welke soorten voorraad zijn er op basis van de casus te onderscheiden in deze onderneming?
b). Bereken de kosten van het voorraad houden voor polystyreen. Uit je antwoord moet blijken wat de kosten zijn van de Drie R’s afzonderlijk.
c). Hoeveel zijn de voorraadkosten per wegwerpbekertje indien er dit jaar 500.000 stuks geproduceerd zijn?
Let op: De aankoop van voorraad, is wel een investering, maar zijn geen kosten.
Uitwerking
a).
Voorraad grondstoffen (polystyreen) en de voorraad eindproducten (wegwerpbekertjes)
b).
| Ruimtekosten | 20% van € 50.000 | € 10.000 |
| Rentekosten | 4% van (€ 20.000 + € 10.000) / 2 = 4% van € 15.000 | € 600 |
| Risico | Derving: € 5.000 – € 4.900 ) x € 0,25 | € 25 |
| Totale voorraadkosten | € 10.625 |
c).
€ 10.625 / € 500.000 = € 0,02125 per bekertje